Het
blijft verbazingwekkend. Al die Engelsen die hier in de Lot/Périgord
neerstrijken. Niet alleen pensionado’s, maar ook jonge gezinnen. Die hier niet
zelden al vijftien jaar wonen en wiens puistige pubers perfect tweetalig zijn.
Zo word je op de markt aangesproken door groepjes scholieren die taartjes
verkopen voor hun schoolreisje. Eerst gaat het in het Frans en dan is er altijd
wel een kind dat roept ‘Are you English? We speak English too, you know!’
Ik
word erg blij van dit smeltkroeskarakter. In de eerste plaats omdat het naar
mijn idee aangeeft dat de Fransen in deze regio over het algemeen open staan
voor buitenlanders zoals wij. Buurvrouw Annemarie begroet met ‘Hello’ en heeft
als stopwoordje ‘Why not’ met een heerlijk Frans accent. Koorzangeres Eliane
maakt vlekkeloze vertalingen van Engelstalige informatie voor het koor. En à
propos koor, mijn Franse koorzangers doen hun stinkende best op al die Engelse
nummers die ze door de stembanden geduwd krijgen, soms met kreunen en steunen,
maar de liedjes die we al wat langer zingen, gaan steeds makkelijker: de
aanvankelijk fronsende gezichten, wegduikend op de achterste rij, trekken toch
bij in de loop van de repetities. Uiteindelijk staat iedereen even opgewekt uit
het hoofd ‘Happy together’ te zingen.
Omgekeerd is de vermenging van Engelsen en Fransen ook erg leuk, nog los van de
rijke geschiedenis die ze gemeenschappelijk hebben. Een Engelsman die Frans
praat, is altijd goed voor poëtische momenten en hilarische woordgrappen: een
email die vol zelfspot ondertekend wordt met ‘Ah tray byan-toe’ – het
woord ‘Franglais’ dat ik alleen maar uit boekjes kende, is hier een levend
begrip. Een klein utopia van Frengelsen bevindt zich hier in Cazals: elke
donderdag komen autoliefhebbers van allerlei afkomst naar de oude
brandweergarage om daar de hele dag te sleutelen aan klassieke tractoren. Met
natuurlijk een gedeeld déjeuner, waar de (Franse) voorzitter van de club de
hele ochtend voor in de keuken staat, in het gezelschap van alle honden die
door de knutselaars worden meegenomen. Het maakt dan weinig uit of je goed in
je Frans zit als buitenlander. Het mannenparadijs van de mechaniek overstijgt
alle grenzen, dus ook taalbarrières.
Ook
de muziek heeft van zichzelf al het internationale karakter. ‘Mijn’ Fransen,
Engelsen, Amerikanen, Ieren, Hollanders en een Zwitserse zingen elkaar in het
koor wekelijks toe en delen hun hapjes en drankjes bij het maandelijkse apéro (over andere gewoontes van de streek klik hier).
De individuele zang- en pianoles geef ik ieder in zijn of haar eigen taal en
samen genieten we van de kruisbestuivingen: pop en klassiek, Italiaanse aria’s
of Cole Porter’s mooie jazz standards, noten leren lezen of improviseren op de
piano zonder dat je een noot hoeft te kennen, in je eentje zingen of ook eens
een duet uitproberen – en waarom dan niet met iemand van een andere
nationaliteit.
Kortom,
we kijken weer uit naar het zonnige seizoen. Dan gaan we onze muziek weer delen
met een gestaag toenemende groep Vakantiezangers uit Nederland die in juni en
september meedoen aan de zangweken in en rond Cazals, en in juli in de Aveyron.
Komende maand maken we het repertoire rond. Wil je je ook een week lang
onderdompelen in stemvorming, mooie muziek en het goede Zuidfranse leven, snuffel
dan even rond op www.papageno.net.