zaterdag 15 november 2014

Blaffende auto's

Na regen komt een hele mooie herfstdag. Zo mooi dat het tijd is om wijn te gaan halen in Puy l'Evêque. Hier in het zuidwesten stap je voor je plezier in de auto. Omdat het weekend is, lijkt de weg wat drukker dus ik kom in een half uur rijden maar liefst 11 auto's tegen. Daar zitten ook jagers bij in hun vier-keer-viers of (meestal) in een wit busje, oudere types zoals Citroën C15 of Renault Expresjes, maar wel allemaal wit.

Puy l'Evêque aan de Lot
De honden gaan ook mee en zitten nog net niet achter het stuur. Ze hebben echter wel een eigen auto: dankzij het gebrek aan wegenbelasting bezitten mensen hier een auto voor netjes, een auto voor boodschappen (aftrappertje of erfenis van opa) en een auto voor de hond. Die laatste categorie is doorgaans het leukst om te zien: stel je een afgekloven auto voor en maak het dan in gedachten drie keer zo erg, dan kom je in de buurt.

Hondenauto's hebben meestal geen achterbanken meer en zijn volledig kaalgekrabd tot op het glimmende plaatwerk. Om van de buitenkant nog maar te zwijgen: onder de deuken, alsof de hond er rijles in heeft. Ik heb een hondenauto gezien waarvan een deel van het dashboard, de ruitenwisserschakelaar en de versnellingspook opgevreten waren. Bij navragen bleek dat het per ongeluk niet de hondenauto, maar die voor netjes betrof waar Gloria, een schat van een Duitse herder, even alleen in was gelaten.

Maar goed, een ritje van een half uur, al dan niet in een blaffende auto, is een genot. De herfstkleuren gaan schitterend samen met de gele stenen van de huizen en kerkjes. Zeeën van bloemen op de eeuwenoude kerkhoven omdat het net Toussaint is geweest.

Kasteel Les Grèzes bij Puy l'Evêque
Maar waar ik absoluut niet op voorbereid was: de kleuren van de wijngaarden aan de Lot. En voor het eerst sinds de vijf keer dat ik hier geweest was, viel mijn oog ineens op een door de zon beschenen kolos ergens tegen een heuvelwand geplakt: het veertiende-eeuwse kasteel van Les Grèzes. Meteen maar even heen gereden. Het was toch zondag en dan moet je vrij nemen.

Gewoon altijd zó druk met werken dat we bijna vergeten toerist te zijn in eigen land.

Om te zien wat je zoal bij de genoemde wijn kunt eten: klik voor recepten: konijn met mosterd en sojasaus | kip met kweepeer of appel | groene salade met zonder brandnetels | Wiener Schnitzel | spinazie op z'n Italiaans | gevulde groenten | salade gourmande | gevulde kip | zomerse pasta met gerookte forel


Bidden en drinken op z'n Occitaans

Inmiddels zijn de zangers van het Pays Bouriane (de kleine streek waar o.a. Cazals ligt) weer aan een nieuw seizoen begonnen. De zang- en pianolessen en een cursus Van Blad Zingen zijn gestart, ik coach een Franse gospelgroep met zeven zangeressen. La Chorale de Cazals, mijn koor dat tijdens de zangvakanties van 2014 heeft meegezongen en erg veel plezier heeft gehad met de Nederlandse vakantiezangers, is het seizoen gestart met bijna veertig leden. Meer over waarom zangers zoveel plezier hebben, cliquez ici.

Als eerste bijdrage aan het gemeenschapsleven van de omliggende gemeenten hebben we opgetreden in de prachtige kerk van Montcléra.

Het was ter gelegenheid van de jaarlijkse mis in het Occitaans, het plaatselijke 'patois'. We verstonden af en toe een woord en de priester sprak ons een paar keer vriendelijk aan in het Frans. Verder zongen we onze liedjes wanneer we een seintje kregen en verliep de mis in een vrolijke chaos - want ook een groot deel van de Franse congregatie verstond er geen klap van.

De echte katholieken zongen braaf op tijd 'alleluia' en 'amen' en 'sanctus' maar het klonk dunnetjes omdat niet alle aanwezigen zo geroutineerd waren.

Toen na de zegen van de priester (ik denk tenminste dat het de zegen was) een meneer naar voren stapte en voor de microfoon zijn keel schraapte, ging er een geroezemoes door de kerk heen. Hij haalde diep adem en zette uit volle borst het Occitaanse volkslied in. Bijna iedereen viel in en de rest zong lalala, de melodie is immers niet moeilijk. Ineens werd er niet meer dunnetjes gezongen. De kerk dreunde van al dat vocale geweld. Er werden zelfs tweede en derde stemmen aangeheven.

Toen het lied afgelopen was, stroomde de kerk verdacht snel leeg. Op de heuvel bij het kasteel wachtte het apéritif, dat wist iedereen natuurlijk maar al te goed.

maandag 3 november 2014

L'occitan - of is het patois?



overal vind je het trotse occitaanse kruis terug
Het occitaans, of langue d’oc, is een cultureel stokpaardje in Zuidwest-Frankrijk. Ik lees op de voorpagina van de Roulotte, het regiokrantje van de culturele Lot: ‘Het occitaans loopt als een rode draad door traditie en moderne tijd, het immateriële erfgoed van de Causses du Quercy (dat is weer een soort subregio, zoals in de Dordogne de Périgord). Al duizend jaar laat de taal zijn sporen na in de teksten, verhalen en liederen van de streek.’
Het occitaans schurkt tegen Spaans en Italiaans aan, met afhankelijk van bij welk land je het dichtst in de buurt woont, meer of minder invloeden van die talen. Als je het leest, en je weet iets van romaanse talen, is het nog best te volgen. Onmogelijk te verstaan natuurlijk (soort van Italiaans uitgesproken op z'n Frans vergezeld van keel-achtige oerklanken) maar wel lekker om te zingen. Overigens zeggen veel locals dat ze geen occitaans spreken, maar patois. ‘Occitaans, dat is, eh…’ de oude Francine rolt met de ogen, ‘dat is een beetje anders. Minder van hier.’ Ik probeer begrijpend te knikken. 'Hier' en 'daar' is dan misschien het lands-taaltje dat per dorp verschilt en het occitaans waar de cultuurbeschermers van de stad mee bezig zijn.... Ik weet het niet en zal er misschien ook nooit achter komen.

De hele Midi-Pyrenées liggen bezaaid met liedjes. Ik voel me net een liedjes-schatgraver als ik door het landschap rijd met alle raampjes omlaag . De wind draagt de melodieën aan. Een oud vrouwtje spreekt me aan met scherpe, onfranse klanken en een rollende r. Een zangeres vertelt over de merkwaardige dansante en toch religieuze liederen die de pelgrims in deze streek hebben gebracht. Af en toe krijg ik geheimzinnige aanwijzingen: iemand fluistert ‘in St. Martial de Nabirat woont een troubadour’ of ik zie op zomaar een tijdschriftje een logo met daarop de Rossinhol, de nachtegaal die in zoveel liedjes voorkomt.

Ik hou de oren open.