maandag 22 oktober 2018

Toerist



Mijn vierde jaar in Frankrijk breekt straks aan en ik heb nog niet één keer voor de ontspanning een toeristische site bezocht. Landgenoten spreken er schande van. Wáát? Je woont een uur bij Rocamadour vandaan en je bent er nog nooit geweest? (het is er altijd zo druk). Het middeleeuwse centrum van Sarlat nog niet gezien? (nee, maar wel drie keer het pand van de belastingdienst). Uit eten in Cahors, ballontocht boven de kastelen, picknicken aan de Dordogne. Non, non, non. We bouwen huis en schuur en tussendoor doe ik mijn werk als muziekjuf. Heel soms gaan mijn Weber en ik erop uit, maar niet als toerist. De passie van mijn Weber is namelijk oude Citroëns en soms ruikt hij een buitenkansje om zijn verzameling oud blik aan te vullen. En dan is geen dorp te ver of te afgelegen.
Zoals toen we onlangs een 2CV gingen ophalen. Een schattig autootje had op de Franse marktplaats gestaan, met nog de ronde koplampjes en in de originele lavendelblauwe kleur. Niet eens zo veel roest, altijd in de familie geweest, onderhoudsgeschiedenis gedeeltelijk op papier aanwezig. Anderhalf uur rijden bij ons vandaan. We vulden een kratje met proviand en reden de rimboe in. De tomtom wees de weg door het achterland vlakbij ons dorp, waar we nog nooit geweest waren. Een schitterend stuk Périgord Noir met sappige weitjes, donkere kastanjebossen en ruïnes van onbekende kastelen op heuveltoppen. Uiteindelijk belandden we in een piepklein en schilderachtig dorpje waar de tijd had stilgestaan. Knalroze en rode geraniums staken af tegen het geel van de stenen en op het hoogste punt van het dorp torende een klein kasteel boven onze hoofden uit. Op de kantelen wapperde een rood banier met het gele katharenkruis. De eigenaar van de Eend was een rimpelig mannetje dat onze auto-met-aanhanger al stond op te wachten en kwiek voor ons uit liep naar een schuur. Met vereende krachten haalden we het Eendje uit zijn rustplaats en lierden het op de aanhanger.

Na de betaling keek het meneertje ons tevreden aan. ‘Ik heb mooie herinneringen aan die auto,’ zei hij dromerig en we vermoedden een verhaal. Gedrieën gingen we op de aanhanger zitten. ‘Begin jaren zestig reden we met deze Eend en een caravan erachter. Die was niet heel zwaar, maar toch moesten we in de Auvergne de hellingen op in de eerste versnelling! En dat een uur lang! We moesten mijn kleine broertje meenemen, een nakomertje van twaalf jaar, en ook de broer van mijn vrouw. Die was één meter drieëntachtig! Onze dochter sliep tijdens de reis in een hangmat die we in de Eend hadden opgehangen. Zo kwamen we in Saintes-Maries-de-la-Mer aan. In de caravan sliep mijn broertje op de bank voor, de zwager lag op de grond op een matje met zijn benen onder het bed waar mijn vrouw en ik in sliepen. De hangmat van onze dochter hing ’s nachts boven onze hoofden. We hadden een camping-gasje en een jerrycan van tien liter als waterreserve. We kampeerden wild, op gemeentegrond. Het drinkwater haalden we uit de pomp van de begraafplaats, het wc- en afwaswater uit een bron waar we op de bodem ’s nachts de boter in een plastic doosje hadden staan, met een zware steen erop. ’s Morgens was het eerst een blok ijs kopen voor de koelbox. Die was ’s avonds gesmolten, net als de boter trouwens.’
Hij zweeg. ‘Maar ik wil u niet ophouden.’ ‘Nee nee,’ zeiden wij, ‘bedankt voor het partageren van uw souvenirs!’
Halverwege de heuvel buiten het dorp parkeerden we ons mooie transport langs de weg en pakten op een stenen muurtje het lunchkrat uit. Pain du Quercy met een stukje cantal en donker bier. Oorverdovende stilte. Uitzicht op een compleet onbekend middeleeuws dorp met kasteel met banier. We komen heus wel eens ergens, het staat alleen niet in de ANWB-gids.

P.S. à propos gids: wil je online meer lezen over de Périgord en nabije omstreken dan is Dordogne Magazine een site met goed geschreven stukjes over de Périgord Noir.

Deze column verscheen in Frankrijk-tijdschrift Maison en France, najaar 2016
© 2016 Anke de Bruyn. All rights reserved.