Zingen is
goed voor je. Dat kan ik als zangjuf natuurlijk makkelijk zeggen want zingen is
mijn grote passie en een levensbehoefte. Maar iedereen die wel eens in een
koor, kerk of groep gezongen heeft, weet het ook: van zingen ga je lachen, je
staat met opgeheven hoofd, je wordt er energiek van, je gaat stralen, het doet
je echt goed.
Hoe komt dat?
Het feit dat zangers jolly people zijn (zoals mijn eerste, Canadese zangdocente altijd zei), heeft deels te maken met ademhaling en de opname van zuurstof in het bloed. Wie zingt, krijgt vanzelf behoefte om dieper te ademen. En omdat we doorgaans te oppervlakkig ademhalen, merken we daar onmiddellijk de effecten van. Een belangrijk effect is dat stress en spanningen verdwijnen.
Ook is er onderzoek gedaan naar het verband
tussen muziek (ernaar luisteren en zelf zingen) en de aanmaak van endorfinen,
stoffen die in de hersenen worden afgescheiden en voor een geluksgevoel zorgen.
Die endorfinen kwamen vrij bij de onderzoeksgroep die naar muziek luisterde,
maar de groep die zelf ging zingen, had nog weer een aanzienlijk hoger gehalte
van deze stoffen in het bloed!
Een ander deel van de verklaring waarom
zingen zo weldadig is, ligt meer op het spirituele vlak. Vooral het samen zingen,
al dan niet meerstemmig, geeft een gevoel van diepe verbondenheid. Samen zingen
is een vorm van communicatie die op een heel ander niveau ligt dan met elkaar
praten. ‘Muziek begint waar woorden ophouden,’ zei de Duitse dichter Heinrich
Heine. Misschien kunnen we het vergelijken met het gehuil van een troep wolven.
Het samen geluid maken op zo’n hoog trillingsniveau verbindt je als groep,
geeft een veilig gevoel en ontspant. Dat vind ik gewoon magisch.
Ik merk het steeds weer wanneer ik met
groepen werk, of dat nu een bestaand koor is of een groep individuen die aan
workshops of zangvakanties meedoen. Grenzen van leeftijd, talent, opleiding en
overtuiging vallen weg. Mensen die elkaar niet kenden, hebben halverwege dag
één al een vanzelfsprekend, ontspannen contact, zonder dat ze veel van elkaar
weten. Dat hoeft ook niet. Ze hebben maar één ding van elkaar nodig: hun stem.
En als die eenmaal geklonken heeft – hoog of laag, helder of donker, formidabel of gewoon – zijn alle feel-good ingrediënten
aanwezig.
Je
stem laten klinken kan eng zijn. Maar wie de drempel over durft, de mond open
doet, kan maar één kant op: verder vooruit. Dus zet je mond open, ook als je denkt dat je
stem niks bijzonders is. Als je van zingen houdt, moet je zingen. Je stem delen.
Zelfs als je je afvraagt wie daar op zit te wachten. Laat je verrassen! Er zijn
een heleboel andere stemmen die erop zitten te wachten om zich met die van jou
te verbinden.