donderdag 24 oktober 2013

Een regenachtige zaterdagmiddag op de campagne



Eerste week van oktober. Bij het wakker worden hangt een dikke grijze nevel over het land. Vanuit het zuidwesten slaat een koude regen tegen het houten huis.
De herfst is gekomen.

Het eerste wat je in deze periode moet doen is de kachel aanmaken. Dan na het ontbijt de regen in om zo snel mogelijk een paar armladingen natgeregend hout binnen te halen. Het valt nog mee hoe het onder oud landbouwplastic relatief droog blijft. En helemaal verbazingwekkend in de niet afgedekte mini-stapel die ik deze zomer van drie hele grote takken van een eikenboom had gehakt. Behapbare houtjes, zeker voor een niet al te grote kachelstookster comme moi. De bovenste laag kleddernat, daaronder houtjes waar zelfs nog stof vanaf slaat. Gauw naar binnen, rondom en op de kachel. Dit is de eerste dag rond de klok stoken. En een dag dat je beter in bed kunt blijven. Je kunt niet eens naar de eerstvolgende heuvel kijken.

Maar vanmiddag is er een concert dat ik niet wil missen.

Een koor van enthousiaste amateurs uit het buurdorp, het concurrende koor zou je kunnen zeggen. Om halfdrie rijd ik naar het Château de Targon, niet zo’n château van Koning Bolo als wij Hollanders uit de Dordogne kennen maar een zeventiende-eeuws rechthoekig kalkstenen bouwwerk met vierkante pigeonniers, de duiventorens, niet zozeer een pronkhut maar meer van het pragmatische soort. Een robuuste muur, een robuuste deur, een robuuste trap, een robuuste schouw in ruimtes die net enorm genoeg zijn om door het vuur verwarmd te kunnen worden en grote kandelaars die alles kunnen verlichten. Het enige wat je aan materiaal ziet, is het grove eikenhout en de grillig gevormde gele steen van de streek.

Een verrukkelijke sfeer voor de eenzame reiziger die vanuit de grijze nevels in de kletterende regen door de sierlijke ijzeren poort het gras over rent, langs de vijgenstruiken en notenbomen en de eeuwenoude deur gastvrij open ziet staan.

Maar als ik de dikke stenen drempel over ben, blijk ik één van de vele reizigers te zijn die hier verzeild zijn geraakt. Zeker zestig mensen bevolken de kleine ontvangstzaal met hoog plafond, dat uit eiken planken met hier en daar wat spaanplaat bestaat. Het concert is dan ook ten bate van de continue restauratie van het kasteel.

Het koor straalt bij zoveel opkomst. Iedereen heeft besloten er een mooie middag van te maken. Er komt klassiek en chanson langs, er is Iers en Engels en die mélange onderstreept weer de smeltkroes in dit gebied – weer de bevestiging dat de Engelsen hier al bijna duizend jaar aanwezig zijn alsof de Midi-Pyrénées en Engeland net zo dicht bij elkaar liggen als Leersum en Amerongen.
Aan het einde de onvermijdelijke uitnodiging om niet alleen iets in het mandje te stoppen maar ook vooral om nog even te blijven omdat er eten en drinken is.

Een ruimte onder een gewelf, met een grote cantou, de schouw waar je met het hele gezin ’s winters in kunt slapen, heeft als middelpunt een enorme tafel vol met taarten, hartige cakes (recept volgt in dit blog als ik erachter ben wie ‘m gemaakt heeft) en zelfs krentewegge. De drankafdeling wordt beheerd door de eigenaar van het kasteel (met het haar van Andy Warhol en de ogen van Neil Young) die niet alleen rosé en witte bubbels schenkt, maar ook limoncello en notenwijn.

Zoveel muziekmensen en andere blije figuren bij elkaar geeft opening tot nieuwe ideeën en wilde plannen voor allerlei soorten van kunstzinnige samenwerking.

Hoewel de mist nog steeds even dik is en de rijen met druivenplanten langs de weg verdwijnen in het grijs, voelt het allemaal iets minder koud en kledder. Ik rij de verlaten heuvels weer in, erop vertrouwend dat het hier in het zogenaamd ontvolkte zuidwesten altijd zal blijven gloeien als een kacheltje op de eerste dag van de herfst.