donderdag 13 april 2017

Uit de serie Hits van Toen: Juana de krankzinnige koningin



Hier is er weer eentje uit de serie ‘Elk lied heeft een verhaal dat verteld moet worden.’ We gaan naar Spanje. Olé.
In alle talen zijn honderden liedjes over de mooie meimaand geschreven. Meestal vrolijk en soms melancholiek (Schumann) of ronduit wanhopig zoals deze: Por mayo era, por mayo (‘toen het mei was’). Por Mayo is vandaag het liedje van de dag. De tekst is een gedicht dat in nog steeds beroemd is in Spanje. Het is ook bekend onder de titel De romance van de gevangene, waarbij ‘romance’ niet verwijst naar een liefdesaffaire maar naar de stijl, een soort ballade. Een vrije vertaling:

Toen het mei was, ach… mei
Toen het heet en zonnig was
Toen alle mannen naar buiten gingen om hun dames te dienen
Ridders en werklieden, iedereen aan de flirt
Terwijl ik, arme stakker, de nacht van de dag slechts kan onderscheiden
Door het lied van de merel die ik in mijn gevangeniskelder net kan horen zingen
Iedereen mag de god van de liefde dienen
Behalve ik, die in wanhoop in deze donkere gevangenis moet wegkwijnen.

De droevige tekst en melodie staan op een verrassend stevig en sensueel ritme. Afhankelijk van de versie die je op Youtube vindt, kun je er bij dansen of trommelen. Hypnotiserend mooi.

Ik kan me blijven verbazen dat zoveel oude liederen de eeuwen overleefd hebben. Dat we vijfhonderd jaar muziek gewoon van het internet kunnen halen. De romance van de gevangene is bewaard gebleven omdat het was opgenomen in een liedboek dat indertijd voor het Spaanse hof werd samengesteld. Dit liedboek, het Cancionero de Palacio, bevat maar liefst vijfhonderd liedjes. En hier komen poëzie en werkelijkheid samen, want aan datzelfde hof bevond zich een prinses voor wie de woorden profetisch bleken: zij zou eindigen als gevangene …

Juana van Castilië. Bron: Wiki
Prinses en later koningin Juana ging de geschiedenis in als ‘Juana la Loca’ (loco betekent gek). Aan het einde van de vijftiende eeuw werd ze geboren in Toledo. Het schijnt dat de jonge prinses een zeer intelligente* dame was. Ze was voorbestemd voor een belangwekkend huwelijk en dat gebeurde ook, want ze trouwde (ze was toen zestien) met Filips de Schone, koning van Vlaanderen en nog een paar stukjes Europa. Ze vonden elkaar meteen tof en kregen maar liefst zes kinderen die allemaal overleefden. Zeer bijzonder voor die tijd, ik bedoel dat ze overleefden.

Toen haar broer stierf, werd Juana officieel erfgename van de Spaanse troon. Niet lang daarna verloor ze ook haar moeder en werd ze koningin. Niet fijn voor haar vader Ferdinand, want die was daarmee in één klap zijn koninklijke status kwijt. Heel toevallig staken rondom die tijd geruchten de kop op dat er iets mis was tussen de koninklijke oren van de nieuwe koningin. Een mooie gelegenheid voor pa (die munten liet slaan met het opschrift ‘Ferdinand en Juana, koning en koningin van Spanje’) maar ook voor haar knappe echtgenoot (die ook munten liet slaan, deze met het opschrift ‘Filips en Juana, koning en koningin van Spanje’).

Shakespeare mag van al die details een mooie tragedie maken, genaamd ‘Juana the Mad’, maar laten we het verhaal zo kort mogelijk houden. Juana was 25 jaar oud toen ze wilsonbekwaam verklaard werd en opgesloten in een klooster.
Daar werd in de loop van de jaren een kleine verzameling miniatuur-kopieën van het Cancionero, het liedboek, aangelegd. De kopietjes overleefden in de vorm van een boekje en zijn veel later bij het officiële Cancionero gevoegd. Misschien waren dit wel Juana’s lievelingsliedjes, uit de tijd dat ze nog koningin was. Ik stel me voor dat de hofmuzikanten ze voor haar speelden, of dat ze zelf haar gitaar ter hand nam, of danste op de aanstekelijke Spaanse ritmes.

Misschien heeft Juana in haar gevangenschap wel een paar stukken aan de nonnen voorgespeeld en gezegd: ‘Kunnen jullie me iemand sturen die deze liedjes wil uitschrijven? Dit zijn mijn favorieten, weet u. Volgens mij kan Zuster Infatigata dat wel doen, die heeft een goed muzikaal gehoor en ze kan zo mooi kalligraferen. Stuur haar toch eens langs vandaag or morgen.’

Vandaag of morgen… Juana had alle tijd. Ze werd achter die kloostermuren maar liefst 75 jaar oud. Het liedje Por mayo is, voor zover we weten, niet in dat boekje opgenomen. Maar de aangrijpende tekst lijkt geschreven voor Juana: het tragische lot van een vrouw die gek verklaard werd omdat het haar bloedeigen familie goed uitkwam.

Geschiedkundigen schrijven dat ze aan melancholie, depressie, en/of schizofrenie en suggereren dat dat het in de vrouwelijke lijn van de familie zal hebben gezeten. Nou wordt-ie mooi. Geen enkel mens voelt zich lekker bij vijftig jaar eenzame opsluiting. Tel daarbij een paar andere elementen op: ruim voor je twintigste al continue moeten vrezen voor samenzweringen en vergiftigde drankjes, proberen een land te regeren dat niet alleen tenonder gaat aan de pest maar ook nog eens op het randje van een burgeroorlog wankelt, kort achter elkaar je broer en moeder verliezen, een minimum aan steun genieten vanwege roddel en achterklap over je mentale gezondheid (in plaats van dat ze je helpen), samenleven met een vader en een echtgenoot die het, laten we eerlijk zijn, op je leven voorzien hebben. En misschien had Juana als intelligente vrouw al een voorgevoel van de plannetjes die achter haar rug om gesmeed werden.

Voorbestemd om gevangene te zijn.

Als ik dit schrijf, zou ik wel willen dat ik nooit op het verhaal over Juana gestuit was. Het is gewoon te verdrietig. Maar, zoals de Boeddhisten zeggen, vergeet het verleden en onthoud de lessen. Pff, veel lessen zijn er uit dit verhaal te trekken. Laten we het bij de meest eenvoudige en best uitvoerbare houden: ‘Om het vijfhonderdjarig bestaan van het Cancionero de Palacio te vieren, moeten we de canciones die erin staan, zingen.’
Dat schiet op: al zes staan er op m’n repertoire. Zing, koorzangers, zing!

*) Eens kijken. Wat had het meisje voor haar twintigste zoal gestudeerd? Hier is een beknopte lijst: rechtspraak, geschiedenis, wapenkunde, Spaans, Castilliaans, Leonees, Galicisch-Portugees, Frans, Catalaans, Latijn, wiskunde. Ook was ze goed in dansen, paardrijden, tekenen, borduren, naaien, valkenjacht, boogschieten, en bovendien een muzikaal talent op clavecimbel, gitaar en monochord. Daarnaast was ze ook nog eens bloedmooi. Bofkont. Bofkont? Niet in die dagen. We hebben het immers over de grote Eeuw van de Verlichting, toen we alles konden doen wat we wilden…. Eh, als je een man was tenminste. Een intelligente, begaafde en ook nog eens mooie vrouw was iets anders, namelijk verdacht.


© 2017 Anke de Bruijn. All rights reserved.