‘Wat voor gehakt wil je?’ vroeg Thierry nietsvermoedend.
‘Half varken, half rund,’ antwoordde ik, ook nietsvermoedend.
De slager keek me aan alsof ik hem had gevraagd om een stukje dij van zijn jongste zoontje.
‘Bij elkáár?’
Ik knikte.
‘Maar dat kan niet,’ zei hij ontsteld.
‘Waarom niet?’ vroeg ik.
Thierry rolde met zijn ogen. ‘Is dit een Hollandse gewoonte?’
Ik vermoedde één van zijn vele bijdehante opmerkingen, maar hij leek oprecht nieuwsgierig. ‘Bij ons kun je rund krijgen en varken met rund,’ legde ik uit. ‘Dat noemen we moité-moité. Wat is daar niet goed aan?’
‘Maar hoe doe je dat dan met de kooktijd?’
‘Hoezo?’
Thierry zuchtte. ‘Jullie weten toch wel dat varken langer moet dan rund? Hoe kun je dan ooit dat gehakt goed krijgen?’
Ik wist niet wat ik moest zeggen. Daar had ik nou echt nooit bij nagedacht.
‘Ik wil je best moité-moité geven, maar als je het te kort braadt, is het niet gezond omdat het varken niet gaar is en als je het te lang braadt, is het niet lekker omdat het rund te droog is.’
Hij hield zijn hakmes omhoog en keek me achter in de ogen. ‘Rund of varken?’
‘Rund,’ zei ik snel.
Sindsdien bestel ik altijd braaf boeuf haché en ben blij dat er die eerste keer geen andere klanten in de winkel waren.
‘Half varken, half rund,’ antwoordde ik, ook nietsvermoedend.
De slager keek me aan alsof ik hem had gevraagd om een stukje dij van zijn jongste zoontje.
‘Bij elkáár?’
Ik knikte.
‘Maar dat kan niet,’ zei hij ontsteld.
‘Waarom niet?’ vroeg ik.
Thierry rolde met zijn ogen. ‘Is dit een Hollandse gewoonte?’
Ik vermoedde één van zijn vele bijdehante opmerkingen, maar hij leek oprecht nieuwsgierig. ‘Bij ons kun je rund krijgen en varken met rund,’ legde ik uit. ‘Dat noemen we moité-moité. Wat is daar niet goed aan?’
‘Maar hoe doe je dat dan met de kooktijd?’
‘Hoezo?’
Thierry zuchtte. ‘Jullie weten toch wel dat varken langer moet dan rund? Hoe kun je dan ooit dat gehakt goed krijgen?’
Ik wist niet wat ik moest zeggen. Daar had ik nou echt nooit bij nagedacht.
‘Ik wil je best moité-moité geven, maar als je het te kort braadt, is het niet gezond omdat het varken niet gaar is en als je het te lang braadt, is het niet lekker omdat het rund te droog is.’
Hij hield zijn hakmes omhoog en keek me achter in de ogen. ‘Rund of varken?’
‘Rund,’ zei ik snel.
Sindsdien bestel ik altijd braaf boeuf haché en ben blij dat er die eerste keer geen andere klanten in de winkel waren.
Nou wist Thierry niet dat je heel lekker pompoen kunt vullen met dat gehakt.
‘Wij doen paprika, en uien,’ zegt hij. ‘Kool vullen we ook. En aardappels en tomaten. Wat er net in het seizoen is.’
Dus.
Als je een pompoen wilt vullen, neem dan die met de schil die je kunt eten, de hokkaido. Alle andere groenten waar je iets in kunt stoppen, zijn goed. Extra leuk voor het oog zijn groenten van verschillende grootte, bijvoorbeeld paprika’s en uien. Uien zijn altijd aan te raden: je lepelt ze leeg en snijdt wat je eruit haalt in stukjes. Dat doe je door je rundergehakt. Meng het gehakt met een ei (1 ei op 500 gram gehakt), zout, wat peterselie, de stukjes ui en eventueel wat prei.
Verwarm de oven voor. Maak een bouillon met een bouillonblokje of neem echte bouillon. Bereid je groentes voor: uithollen indien nodig, paprika’s en tomaten onthoofden en het kapje bewaren, alle groenten neerzetten in een ovenschaal met hoge rand.
Nu gaan we kleien: prop de groentes vol met het gehaktmengsel. Zet eventuele kapjes terug op de groenten. Giet de bouillon er slordig overheen, zodat het over de groenten loopt. Kwast er wat olijfolie overheen en zet in de oven tot het gehakt er gaar uitziet.
Serveer met een frisse groene salade met een lichte vinaigrette. Voor het seizoen: meng er veldsla en spinazie doorheen en eet smakelijk.