Een grote grijze wolk reikt tot net boven de heuvels aan de overkant waar
het zuiden is. Daar is in de vroege ochtend een streep licht zichtbaar. Alsof
in Cazals de zon schijnt en hier op de heuveltop niet. Het lijkt wel of de wolk
is blijven hangen van een paar dagen terug: noordenwind vanuit de Dordogne,
koud en vriezend. Maar er hangt verandering in de lucht.
Deze vroege ochtend is het net alsof ineens de lente wakker geworden is. Je
kunt ‘m ruiken. De vogels gillen om het hardst. Ik laat de winterjas maar
thuis. Als ik naar madame Verny in Cazals rijd, is het inderdaad hier
bewolkt en daar zonnig. Een verschil van maar vijf kilometer. De
wolkendeken die ik op mijn heuvel heb, is zichtbaar in de verte. Het weer is
een raar ding in het Zuidwesten. We wonen precies op een administratieve grens,
maar het is dus ook een weer-grens, of een klimaat-grens, of in elk geval een
interessante grens.
Madame Verny zegt dat dat door de Dordogne komt, en okee, ook een beetje door
de Gironde. Maar vooral, en ze spert haar bruine ogen ver open, door het Massif
Central met zijn oude vulkanen. Hoewel we daar nog een heel eind van af zitten.
Maar let op, zegt madame Verny. Intussen warmt ze mijn kopje koffie op in een
pannetje op het fornuis en ik installeer me in haar warme serre met een van de
vier katten op schoot. ‘Als het in de Cantal sneeuwt,’ roept ze vanuit de
keuken, ‘hebben wij noordenwind en als de zuidenwind weer opsteekt en het tegen
die van het noorden opneemt, krijgen jullie in de Dordogne eerst een hele tijd
bewolking, terwijl wij in de Lot al mooi weer hebben, tu comprends.’
Ik zit graag in de serre van madame Verny. Ze weet alles en vertelt gepassioneerd. Ze weet van weersverandering, ze kent de voies de crête, de oude Keltische wegen
die over het hoogste punt van de heuvels lopen, ze weet van heel oude graven in
het ruige gebied ten zuiden van Cazals, ze kent de geschiedenis van eeuwen
terug, hongersnood en oorlogen in de Quercy. Ze is van hier, uit Les Arques om
precies te zijn. Strenge winters, in Les Arques, vertelt ze. Min vijftien
vroeger. Op overschoenen met door vader gemaakte rubber hoesjes eromheen naar
school lopen en daar het vuur aansteken. (Toeristische tip: die school is nu
het enige restaurant haute gamme in
de streek: Les Arques, La Récréation. Erg lekker. Eerst naar het Zadkine-museum
en dan daar lunchen.)
Intussen kijk ik naar de wolkendeken, die zich aan het terugtrekken is
richting noorden. ‘Zie je,’ zegt madame Verny, ‘zuidenwind. Straks is het bij
jullie in de Dordogne ook mooi.’ Langzamerhand leer je je nieuwe gebied een
beetje kennen. Zo is het dus in de winter, en ’s zomers valt steeds op dat
buien langs de grens van de heuvel lijken te strijken, zodat je ze voorbij kunt
zien gaan. Op de heuveltop blijft het dan droog. Te droog, zeggen naburige paysans
vaak.
‘We hebben geluk in de Lot,’ zegt madame Verny. ‘We kunnen alles planten
hier. We hebben iets van het zeeklimaat, we zijn een beetje méditerrannée, en
we hebben iets van het bergklimaat. Daarom hebben we èn palmen èn platanen èn
dennen. En echte seizoenen. En kijk naar La Roque Gageac, microklimaat!
Allemaal planten die je in Nice ook ziet. Dat doet de rivier de Dordogne, want
die is nooit bevroren, tu vois.’
Later die ochtend, op de markt van Cazals, is het echt voorjaar geworden.
Michel de bio-groentenman zet zijn muts af en haalt de handen door zijn indrukwekkende
krullenbol. Céline, een danseres die appelsap en confitures faits maison verkoopt, heeft de mouwen
van haar dikke trui opgestroopt en haar ranke armen zijn druk aan het gebaren
in discussie met haar al net zo ranke dansers-vrienden, die hun shawls in hun
mand proppen en met de ogen knipperen in het zonlicht. Iedereen heeft de tijd,
de twee terrassen van het dorp zijn overbevolkt. C’est le printemps qui est
arrivé!
Terug naar de Dordogne. Het heeft wel wat om op de grens van twee
departementen te wonen. Wij in de Lot en jullie in de Dordogne, madame Verny is
niet de enige die zo praat. Maar op de heuvel schijnt nu ook de zon. Naar
buiten! Het seizoen is begonnen!
© 2016 Anke de Bruyn. All rights reserved.
© 2016 Anke de Bruyn. All rights reserved.